Handwerken is iets van de laatste jaren, maar ‘vroeger’ had ik een andere hobby die ook perfect samengaat met herfstig en winters weer: lezen. Als basisschoolkind kon je me altijd wel met een boek in mijn handen vinden. Maar daarna is het bergafwaarts gegaan met mijn leeshonger en vooral -plezier. Want ik zat op de middelbare school.
En dan weet je het wel: je moet ‘verplicht’ lezen. Boeken kiezen die op je ‘lijst’ ‘passen’. Dus geen Harry Potter of Het Gouden Kompas (in ieder geval niet op de lijst voor Nederlands). Nee, er moest Literatuur op de lijst, boeken waarvan ik toen vooral vond dat het bezigheidstherapie voor de schrijver was, boeken met alleen maar vorm maar geen inhoud.
(Oja, en we moesten ook nog zoiets als een ‘leesautobiografie’ schrijven, een verslag over wat je in je jonge leven zoal hebt gelezen, een beetje zoals dit artikel dus. Ik weet nog dat ik daar ook in schreef dat ik het jammer vond dat we zo’n verslag moesten schrijven want in plaats een verslag schrijven had ik liever een boek gelezen. Waarop de docent ‘1-0’ in de kantlijn schreef.)
De studie
Ondanks mijn slechte ervaringen met het schoolvak Nederlands ben ik daarna (via een omweg) wel Nederlands gaan studeren. Daar was literatuur ook niet mijn favo richting. Taalkunde was meer mijn ding, want het blijkt dat taal op veel vlakken erg logisch in elkaar zit (structuur!) waardoor je het op een bijna wiskundige manier kan benaderen. Kijk, daar hou ik van.
Maar literatuur is ook structuur, alleen dan anders. Het voelt minder wiskundig, meer filosofisch. De verbanden liggen ook verder uit elkaar en je hebt er veel meer context (bijvoorbeeld de tijd waarin het geschreven is, het gedachtengoed van de auteur, maar ook je eigen levenservaring) bij nodig om dingen te ‘zien’. Ik was daar als pril studentje niet zo goed in. Elk college was ik weer verbaasd over wat de docent nu weer uit een klein stukje (of een hele roman) wist te halen. Maar hoe ik dat zelf moest doen? Het voordeel van deze colleges was wel dat mijn beeld van de Nederlandstalige roman als ‘mooischrijverij zonder inhoud’ werd bijgesteld. Er zat vaak meer in dan op het eerste gezicht leek. Maar ondanks deze inspirerende colleges is mijn liefde voor Nederlandstalige romans niet verder ontvlamd. Na mijn studie was ik blij dat ik niet meer verplicht hoefde te lezen en zelf kon kiezen.
En wat koos ik toen vooral?
Non-fictie.
Ja, ik was echt even helemaal klaar met verhalen. Ik wilde blijven lezen en ook blijven leren. Maar mijn verhalenhonger stilde ik wel met tv-series.
Het nulpunt
En toen gebeurde er iets waardoor ik helemaal niet meer las. Ik kreeg een baby.
Ja, veel vrouwen beschrijven het als een roze wolk maar voor mij was het negen maanden eierkoeken eten van de misselijkheid. En na de bevalling was ik zo moe dat ik heel lang alleen het noodzakelijke deed. Naar boven lopen om iets te pakken? Te vermoeiend. Een boek lezen? Hahahaha! Het is echt gek wat zo’n klein prutsje lichamelijk met je doet. Dat je zo moe kan zijn dat zelfs lezen te veel is.
Maar langzaamaan begon ik weer te lezen. Eerst weer non-fictie en volgens mijn overzicht op Goodreads ook nog best wat fictie. Maar die klik die ik als klein meisje met boeken had was er nog steeds niet.
De stijgende lijn
Totdat ik op een gegeven moment een boek op mijn telefoon had gezet (meestal las ik papieren boeken) waardoor ik weer een klein leesvuurtje voelde ontbranden. Een boek dat ik in één ruk uit wilde lezen en waardoor ik meteen nadat het boek uit was weer een nieuw boek wilde uitzoeken. Dat boek heette Als je terugkomt en is geschreven door Rebecca Stead. Het is een 12+ jeugdboek over een meisje dat briefjes vindt over dingen die nog niet gebeurd zijn. Het las echt als een trein én er zat ook een duidelijke structuur in. Of het kwam doordat ik minder moe was of omdat het verhaal minder stereotyp was weet ik niet, maar dit boek voelde als een fijne puzzel waar je ook als het boek uit was nog over na kon denken. En ik vond het leuk!
Door Als je terugkomt werd ik weer verliefd op verhalen. Ik ging weer meer fictie die joy sparkt lezen. Ander werk van Rebecca Stead (wat allemaal even geweldig is), Haaientanden van Anna Woltz, Hotel de grote L van Sjoerd Kuyper, het prachtige De wilde robot van Peter Brown, series als Winterhuis hotel en Matilda en de boekdwalers. Ik herlas alle Harry Potters en maakte eindelijk kennis met de klassieker Anne van het groene huis van L.M. Montgomery. Tijdens het haken en breien luisterde ik naar het lekker eenvoudige De Grijze Jager.
Allemaal jeugdromans, want die boeken voor ‘grote mensen’ stonden me nog steeds streng aan te kijken.
Tot ik op een dag de volgende omschrijving voor een grotemensenboek las dat ik meteen reserveerde in de bieb:
Een kleine heuvel.
afkomstig uit Bult, geschreven door Marieke De Maré
Aan zijn voet stond een bordje: BULT.
BULT was graag een symmetrische, koepelvormige verheffing in het landschap geweest.
Maar dat was hij niet.
Bult was een grillige bult.
Met één zachte helling.
Een jonge vrouw, een oude vrouw en een lange, slanke man wonen op Bult. Tijd gaat voorbij terwijl ze taart eten, soep koken, met de hond wandelen, knikkeren of hun haag knippen. In alles wat ze (niet) doen, gaat het heel vaak over de dood. Meer bepaald over het doodgaan van moeders, die wonderlijke wezens waaruit we voortkomen en waarmee we tegen wil en dank zijn verbonden.
Ik denk dat mijn oude ik dit verhaal misschien weer als mooischrijverij zou hebben bestempeld. Maar ik werd erdoor gegrepen. Door de eenvoud. Door de taal.
Zijn het de jaren? Ben ik er nu pas aan toe?
Wat het ook is, ik ben blij dat ik dit boek (Bult van Marieke De Maré) heb gelezen. Want nu weet ik dat ik nog steeds kan genieten van mooie verhalen (Literatuur!) én dat er nog steeds mooie verhalen worden geschreven. Ik moet ze alleen nog vinden. En accepteren dat niet alle verhalen even mooi/goed/leesbaar/passend zijn. En dat dat ok is.
Eigenlijk wil ik op de ontdekkingsreis gaan die ik als scholier en student had moeten maken. En dat betekent: veel lezen. Verschillende auteurs, verschillende periodes, verschillende genres. Zelfgekozen boeken die ik mag wegleggen als het me niet bevalt.
Life is too short to read a bad book
James Joyce
Misschien moet ik zelfs de boeken van die gevreesde leeslijst beetje bij beetje een nieuwe kans geven. Er met een open blik naar kijken en niet met het idee dat het ‘moet’. Nee het mag. Alles mag.
Jeugdboeken. Boeken voor volwassenen. Literatuur met een grote L. Literatuur met een kleine l. Poëzie. Toneel. Stripboeken. Luisterboeken. Engels. Nederlands. Waar ik maar zin in heb.
Het is net als met breien en haken: kilometers maken. En dan kunnen het maar beter leuke kilometers zijn!