De kleuren waren voor mij al sinds begin september al geen ‘mystery’, maar op de patronen moest ik net als iedereen tot 1 oktober wachten. En nu oktober voorbij is heb ik de meeste vierkantjes van de eerste maand gebreid, en is weer een deel van de deken ‘demystified’.
De lapjes/vierkantjes/blokken die we breien zijn allemaal even groot en hebben patronen die zowel aan de voorkant als aan de achterkant mooi zijn. Zo krijgen we een deken die aan twee kanten te gebruiken is, en moeten we er geen lap stof tegenaan naaien. Sommige vierkantjes zijn aan de voor- en achterkant nagenoeg identiek, andere vierkantjes hebben een andere achterkant die ook mooi is maar wel anders dan de voorkant (zoals het kantpatroon van deze maand). Wat alle vierkantjes ook hebben is een rijtje met gaatjes rondom, waardoor de vierkantjes een mooie eenheid vormen.
Toen ik me opgaf voor deze breideken, dacht ik dat het een leuk, leerzaam en vooral ontspannen project zou worden. Dat laatste is deze maand niet echt het geval. Ik weet van mezelf dat ik meestal wat strakker brei dan in het patroon staat aangegeven. Dat is geen probleem: ik kan grotere naalden nemen, het patroon aanpassen (wat meestal de nodige hoofdbrekens oplevert) of accepteren dat mijn vierkantjes iets kleiner worden. Omdat mijn eerste vierkant ongeveer 19 bij 19 centimeter werd in plaats van 20 centimeter, heb ik gekozen voor de laatste optie. Maar helaas werd niet elk vierkant netjes 19 centimeter. Eén vierkant (nummer 15) werd zelfs iets groter dan 20 centimeter! Ondanks dat ik strak brei! Dus van lekker relaxed vierkantjes breien was geen sprake. Bij elk vierkant moest ik toch opletten of ik een vierkantje van 19 centimeter of kleiner aan het breien was. En als dat niet zo was moest ik bedenken hoe ik het dan wél op 19 centimeter uit ging komen. Overigens was ik niet de enige die moeite had met de maat. Op het forum las ik dat meer deelnemers bij blok 15 groter uitkwamen.
Leerzaam is dit breiproject door al dat aanpassen natuurlijk wel! Maar het is vooral leerzaam vanwege al die verschillende patroontjes die ik mag breien. Als het goed is zijn alle vierkantjes verschillend en leer ik zo 40 verschillende patroontjes breien. In deze eerste maand zijn al verschillende technieken langsgekomen: dominobreien, rondbreien, diagonaal breien en kantbreien. En patroontjes die ontstaan door rechte en averechte steken af te wisselen.
Elk blok dat we deze maand moesten breien werd met één kleur gebreid. Ik weet niet of dat voor de komende blokken zo zal blijven, maar ik verwacht niet dat we bijvoorbeeld een fair isle patroontje zullen gaan breien, omdat de achterkant niet echt mooi wordt (al heb ik laatst truien gezien waarbij de achterkant juist de voorkant was…). Tweekleurig brioche daarentegen zou wel kunnen.
Maar genoeg gepraat over het project. Foto’s! Hieronder staan alle vierkantjes van deze maand bij elkaar:

Voordat ik aan dit breiproject begon wist ik niet of ik wel genoeg breiervaring had, en of het dus niet te moelijk zou zijn. Daarom twijfelde ik eerst ook om me op te geven. Maar nu ik de eerste maand en de eerste acht blokken achter de rug heb, weet ik dat ik me voor niks zorgen heb gemaakt.
Variaties op recht en averecht
De makkelijkste manier om verschillende blokken te breien is door rechte en averechte steken af te wisselen. Blok nummer 6, 15 en 39 waaren daarom de makkelijkste blokken, en erg geschikt voor beginnende breiers. Maar zoals ik al zei heeft elk blok ook een rij gaatjes langs de rand, die gemaakt worden door steken samen te breien en overhalingen te maken.
Domino
<DOMINOVIERKANT>
In het pdf-document met de patronen stond het patroon van blok 2 als eerste beschreven en daarom was dit het eerste vierkant dat ik breide. Op het forum las ik dat veel mensen met dit vierkant begonnen, maar voor sommige mensen was dit blok toch wel een struikelblok.
Een dominovierkant brei je namelijk niet zoals een gewoon lapje: onderaan beginnen en rij voor rij naar boven breien. Nee, bij een dominovierkant begin je aan de onder- en zijkant. Door steeds in het midden steken samen te breien, ontsaat er uiteindelijk een vierkant met een diagonale lijn op de plaats waar geminderd is. Als je nog nooit een vierkant op deze manier gebreid hebt, voelt dit best wel raar aan. Tijdens het breien ontstaat een rare punt en je moet ook steeds goed opletten waar je mindert. Je kunt het midden wel markeren met een stekenmarkeerder, maar omdat je steeds twee steken mindert, moet je niet vergeten je stekenmarkeerder op te schuiven. Kortom, niet echt een geschikt vierkant om mee te beginnen als je nog niet veel breiervaring hebt.
Ikzelf had al eens een dominovierkant gebreid, dus ik wist wat ik moest doen. Maar omdat ik ook wist hoe het er uit moest komen te zien, was ik niet tevreden mijn eerste resultaat. In plaats van een vierkant had ik een ruit gebreid!

Ook vond ik dat er teveel gaatjes aan de rechter- en bovenkant zaten (wat wel zo moest volgens het patroon). De steken naast de gaatjes aan de rechterkant zien er ook erg rommelig uit, wat misschien een bijeffect is van de vele gaatjes? Op het forum las ik gelukkig dat andere breisters de vele gaatjes ook niet mooi vonden en dat ze in plaats van elke tweede naald nu elke vierde naald een gaatje maken. Zo krijg je een rij gaatjes die meer lijkt op de rij gaatjes aan de onderkant.
Diagonaal
Van de ‘fluffy’ wol en het garen met kleurverloop moesten we diagonaal vierkanten breien. Dit had ik nog nooit gedaan, maar echt moeilijk was het niet. Je begint met vier steken en door steeds steken extra te breien maak je een steeds grotere driehoek. Als je driehoek groot genoeg is, minder je weer steken totdat je er weer vier over hebt. Voila! Ik twijfel nog wel of ik het ‘fluffie’ vierkantje niet een paar steken groter ga maken, vandaar dat er nu nog een draad aan zit.
Rondgebreid
Rondbreien ken ik van sokken en handschoenen, maar niet van lapjes breien. Maar blijkbaar kan dat ook in het rond en met dit vierkant heb ik het kunnen leren. Je begint met 8 steken in het midden en je gaat, net als bij een diagonaal vierkant, steeds meerderen. In het patroon werd beschreven hoe je dit doet op een rondbreinaald, maar ik brei dit soort dingen liever op sokkennaalden. De eerste paar rondjes zijn dan wel een heel gepriegel omdat je weinig steken hebt, maar daarna gaat het heel makkelijk. Je hebt dan ook geen stekenmarkeerders nodig omdat elke meerdering aan het begin of eind van je vier sokkennaalden zit.
Kant
Kantbreien is iets wat ik pas een half jaar geleden voor het eerst heb gedaan. Ik vond kantgebreide dingen er altijd heel moeilijk en intimiderend uitzien, ik dacht altijd dat dat veel te moeilijk was. Maar toen ik op de breidagen een workshop kantbreien volgde, viel het eigenlijk best mee. Wat je bij kantbreien extra doet is dat je door omslagen te breien gaatjes maakt, en extra steken. Door daarna weer steken samen te breien zorg je ervoor dat het aantal steken gelijjk blijft. Dit vierkant is het enige deze maand dat er aan de achterkan anders uitziet dan aan de voorkant. Maar echt lelijk is het niet:

Tot zover de eerste maand. Inmiddels is het al november en kan ik aan de volgende blokken beginnen. Maar eerst vierkantje nummer 15 opnieuw breien, zodat hij net zo groot is als de andere vierkanten.