In november mocht ik van mezelf een maand lang niet internetten. Helemaal offline zijn is me niet gelukt, maar door het project heb ik wel geleerd om bewuster met internet om te gaan. Ik zit nu veel minder vaak doelloos te surfen of mijn twittertijdlijn te scannen/lezen. Als ik nu online ga doe ik dat veel bewuster. Omdat ik wil weten hoe laat mijn bus vertrekt bijvoorbeeld. Of omdat ik een recept zoek (ja ik weet het, dat zou ik in november ook niet doen).
Ik was dus niet helemáál offline deze maand, maar ik heb wel geleerd om niet meer geleefd te worden door mijn mobiel/tablet/pc. Hoe heb ik dat gedaan? Op deze manier:
- Maak het voor jezelf niet te moeilijk. Eis niet van jezelf dat je een maand lang (of langer of korter) helemaal niet online mag zijn. Als je nú informatie nodig hebt en je moet je in allerlei bochten wringen als je dat niet met behulp van internet wil doen, zoek het dan gewoon even op. Ga jezelf niet pijnigen zoals Bram van Montfoort deed (hij was een jaar lang offline en mocht van zichzelf niet eens mobiel bellen!). Maar wees wel eerlijk tegen jezelf: heb je deze informatie nú écht nodig?
- Maak het moeilijk voor jezelf. Zet geen snelkoppeling naar je browser, twitter of facebook op het startscherm van je mobieltje maar zorg ervoor dat je extra handelingen moet doen om die programma’s te openen. Stel eventueel ook een nieuwe homepage in in je browser zodat je wordt herinnerd aan je voornemen. Ik heb bijvoorbeeld nu mijn blog als homepage ingesteld zodat ik eraan herinnerd word om een stukje te schrijven.
- Verleg je focus. Een maand lang niet internetten mag dan wel je doel zijn, zo’n negatief doel (“ik mag niet …”) is natuurlijk een grote roze olifant (“denk vijf minuten niet aan een roze olifant”). Bedenk daarom waarom je offline wil zijn. Wat wil je doen met alle tijd die je nu ineens hebt? Wil je iets nieuws leren? Wil je meer tijd met je kinderen doorbrengen? Wil je meer lezen? Wil je je huis opruimen? Wil je dingen maken? Als je dat weet kun je elke keer als je de neiging hebt om bijvoorbeeld te gaan facebooken tegen jezelf zeggen: “Nee, dat ga ik niet doen, ik ga (opruimen/lezen/breien)”.
- Accepteer verveling. Veel mensen die even niks te doen hebben, pakken automatisch hun mobieltje. Alsof we continu nuttig bezig moeten zijn. Alsof het fout is om even doelloos uit het raam te staren. Maar dat is het juist niet! Je wilt niet weten hoveel geniale ideeën er op wc’s bedacht zijn (natuurlijk door mensen die níet naar hun mobieltje zaten te staren). Dus geniet van de stilte en doe even lekker niks!
- Bedenk wat je gaat doen op moelijke momenten. Als je het moeilijk vindt om niks te doen als je de neiging krijgt om te gaan instagrammen/facebooken/twitteren, kun je aan het begin van je offline periode bedenken wat je dan wél gaat doen op zulke momenten. Iets kleins, laagdrempeligs, iets wat je makkelijk kan doen. Zo kun je een paar keer diep in en uit ademen, een kop thee drinken, iets in je huis op zijn plek leggen, een paar push ups doen, whatever. Zorg er wel voor dat de vervangende actie een goede gewoonte is, zodat je die straks niet weer moet afleren. Een snoepje pakken of een sigaret opsteken als je op je mobiel wil kijken is dus geen goed idee.
Het voordeel vooraf van een vervangende actie bedenken (en doen!) is dat je een slechte gewoonte afleert en tegelijkertijd een nieuwe goede gewoont toevoegt!
Zoals ik al zei heb ik me niet elke dag aan mijn voornemen gehouden, maar het aantal minuten (uren?) dat ik doelloos zat te surfen ging wel aardig omlaag. Vooraf dacht ik dat ik niet zoveel tijd online zat te verdoen, maar ik heb gemerkt dat ik toch wel belachelijk veel meer tijd over had toen ik besloot om een maand lang niet te internetten. En zo had ik ineens tijd over om de dingen te doen waar ik al tijden geen tijd voor had. Zoals die stapel ongelezen tijdschriften lezen. Of mijn muziekcollectie opschonen. Of dat breiproject afmaken. 😀