Gemiddeld doe ik een paar maanden over een brei- of haakproject.
Niet omdat ik de moeilijkste truien of de grootste dekens maak, maar meer omdat ik met veel projecten tegelijkertijd bezig ben. Nou ja, niet letterlijk dus, maar een paar naaldjes aan project x, een paar toeren aan project y, je kent het wel.
Maar deze week heb ik mijn persoonlijke record gebroken. In slechts vijf dagen heb ik van twee bollen wol een complete muts gemaakt! Het had zelfs nog een dag sneller gekund als ik meteen het juiste aantal steken had opgezet en het werk van dag 1 niet had moeten uithalen.
Ik weet dat sommige creatievelingen dit geen geweldige prestatie vinden. Die verwerken twee bollen wol per dag. Die eten wol for breakfast.
Mijn probleem is ook niet de doorloopsnelheid van bollen wol. Mijn probleem is vooral het afronden van een project. Ik begin liever aan iets dan dat ik het afmaak. Ik ga zelfs ontwijkgedrag vertonen als het eind van een project in zicht komt: dan zet ik met alle liefde weer een nieuw project op.
Maar deze week had ik daar geen last van. Hoe dat kwam? En hoe jij dat ook kan? Lees vooral verder.
Kies om te beginnen een project met een simpel patroon. En dan bedoel ik écht simpel. Niet een patroon met ‘maar vier herhalingen’, nee dat is al te veel.
Je wil namelijk met iets bezig zijn dat je op elk moment kunt onderbreken en daarna zonder al te veel energie (en dus denkkracht!) weer op kan pakken. Iets waarbij je niet bij hoeft te houden in welke toer je bent, maar waarbij je aan je werk kan zien hoe je verder moet.
Daarom zijn die ‘maar vier patroonherhalingen’ ook al teveel. Je moet bijhouden in welke toer je was, en als je je werk midden in een toer neer moet gooien moet je daarna ook weer even goed kijken waar je in het patroon was. Teveel gedoe dus.
Want je wil geen gedoe. Je wil iets waar je altijd en overal aan kan werken. Zodat het opschiet en je project af is voordat je op pinterest weer het volgende fancy patroon ziet.
Want daar gaat het vaak mis. Het schiet niet op. Of je moet teveel uitzoeken. Dan moet je wachten tot de kinderen slapen, zodat je op je gemak die minderingen kan uitrekenen. En wat doe je dan in de tussentijd? Precies, je begint weer aan een nieuw project. Want de onderkant van een trui, van boord tot armsgaten, die kan je wél tussendoor breien. En zo heb je al heel snel een stapel ‘buikstukken’ van truien, en koukleumende kinderen.
Maar hee, dit is de volgende prikkel om projecten af te ronden: de externe prikkel.
Het werkt in heel veel situaties, dus ook bij handwerken: koppel ergens een deadline aan, en het komt af.
Dat was dus ook met mijn muts het geval. Ik vond het écht niet meer kunnen dat ik kasten vol wol heb en al winters lang met koude oren buiten liep. En dus had ik vijf dagen later een muts, en warme oren.
En als je kinderen gaan koukleumen, dan komen die armsgaten, mouwen en halsboorden ook als vanzelf van de naalden gerold. Of je hobbelt even naar de h&m, dat kan ook…
Wat ook helpt
Nu kan ik sommige mensen horen denken: jaja, zo’n muts, dat is maar een klein projectje. En kleine projecten zijn ook sneller af dan grote.
Eens.
En grotere naalden helpen ook. Maar eenvoud is echt het belangrijkste. Ik maakte mijn muts namelijk op naald 5.0 (redelijk groot dus), maar ik gebruikte een tunische haaksteek. En tunisch haken gaat niet bepaald snel. Maar omdat het patroon zo makkelijk te onthouden was, ging het toch als een trein.
En ik ga nog steeds als een trein. Meteen nadat de muts af was heb ik een deken opgezet die zo’n 1,10 bij 1,10 meter moet worden. Héél simpel patroontje, en naald 12. 😁