breien,  haken

Het jaar goed beginnen – of waarom handwerk(st)ers met zoveel projecten tegelijk bezig zijn

Na mijn vorige post waarin ik vertelde hoe ik 2017 goed wilde afsluiten, kan ik nu niet anders dan een goedevoornemenspost schrijven.

Maar eerst even terug naar het afgelopen jaar. Van mijn onaffe projecten heb ik nu twee projecten helemaal afgerond. Twee sjaals zijn nu van de pennen, de draadjes zijn afgewerkt, en het breiwerk is gewassen en geblockt. Klaar om te worden gedragen!

De andere projecten zijn dus nog ‘work in progress’. Maar nog steeds voor een deel wel al bijna af ;).

En dat is dus mijn goede voornemen voor dit jaar, of eigenlijk voor het begin van dit jaar: het aantal wip’s flink terugbrengen. Want ik wil meer rust in mijn hoofd, en 14 projecten die constant aan mijn hoofd zeuren van “maak mij nou eens af!” helpen daar niet bij.

En dus ging ik deze week vrolijk verder met het afronden van die trui, muts, sjaal, deken, etc.

En dus begon ik deze week vrolijk aan een nieuwe sjaal.

😮

Wat nu volgt is voor iedereen die breit/haakt/anderszinds handwerkt volstrekt logisch. Maar voor iedereen die nu denkt: WAAROM??? volgt hier de volstrekt logische logica:

  1. Ik ben een breier. En brei(st)ers breien. Draadjes afhechten, truipanden aan elkaar naaien, wassen, blocken; allemaal noodzakelijk kwaad. En als een breister geen enkel breiproject op de pennen heeft staan, vind ze het gerechtvaardigd om aan een nieuw project te beginnen. Ookal heeft ze een zolder vol truien die ‘bijna’ af zijn, en alleen nog in elkaar gezet moeten worden.
  2. De projecten waar nog wel aan gebreid moet worden zijn allemaal ‘moeilijke’ projecten. Patronen aanpassen. Meerderen/minderen/tellen. Truipanden aan elkaar naaien (zie punt 1). Kortom: opletten. Maar tijdens het tv-‘kijken’, of onderweg, moeten mijn handen ook iets te doen hebben, en daarom ben ik aan een nieuw, makkelijk breiwerk begonnen.
  3. Voordat je écht aan een nieuw project kan beginnen, moet er ‘geswatcht’* worden. Of in gewoon Nederlands: je moet een (of meerdere) proeflapjes breien. Met de naalden en het garen dat je wilt gaan gebruiken, om te kijken of jouw stekenverhouding* klopt met die in het patroon. Het maken van zo’n proeflapje is weer ‘makkelijk’ (zie punt 2), en het kan even tussendoor. Officieel ben je, als je proeflapjes maakt, nog niet begonnen aan je nieuwe project, want het kan wel even duren voordat je de juiste maat breinaalde te pakken hebt of tevreden bent met het garen dat je wilt gaan gebruiken. Maar áls je dan een perfect proeflapje hebt gebreid, is de verleiding erg groot om 100 steken op te zetten en te beginnen met het voorpand van die trui. Zeker als punt 1 en 2 ook van toepassing zijn.
  4. Het laatste punt is het kapstokartikel van de handwerkers: je kan gewoon niet wachten om met dit geweldige, gave, nieuwe project te beginnen!

Ik geef meteen eerlijk toe dat punt 3 en vooral punt 4 geen valide redenen zijn en vooral een gebrek aan zelfdiscipline laten zien. En punt 1 natuurlijk ook. Want als ik mezelf een goede schop onder mijn kont geef en even door de zure appel heen bijt, zit die trui zo in elkaar. En ik weet zeker dat als ik geen ‘backlog’ (of in elk geval een kleinere) heb, dat nieuwe project veel ontspanner breit.

Dus terug naar dat goede begin van het nieuwe jaar, en nu SMART**: ik ga nog deze week één project afronden (= inclusief draadjes afhechten en in elkaar zetten).

* komt allemaal nog in het breiwoordenboek te staan
** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden